Op zondagavond kwamen we aan bij ons toegewezen hotel in Greiffenburg. Binnen in ons hotel werden we direct overspoeld door verhalen van schaatsers dat het die dag zo zwaar was geweest. Heel veel valpartijen op het van veel water voorziene ijs. Het was een warme en vooral natte dag geweest. De volgende ochtend scheen echter de zon volop. Samen met mijn vakantiegenoot besloten we het bergje op te fietsen naar de Weissensee. Het klimmen viel nog redelijk mee, echter door de overvloedige regenval werd je door de snelheid tijdens het afdalen doorweekt met ijskoud gepekeld water. Goede waterdichte hoezen voor je schoenen en een potje kettingvet zijn van harte aan te bevelen om mee te nemen.
De dinsdag gebruikt om wat in te schaatsen. Omdat er
voorspeld was dat het woensdag, de dag waarop ik mijn 200 kilometer moest
rijden, het ongeveer hetzelfde weer zou zijn goed gekeken naar hoe het ijs zich
hield en aanvoelen en wat voor kleren je aan moet trekken tijdens de wedstrijd.
’s Avonds al het eten verzameld wat er tijdens de tocht door mijn mede
reisgenoot aangegeven moest worden tijdens de wedstrijd. Van het voorgaande jaar
geleerd dat je vanwege de snelheid in de kopgroep van de snelle toer niets kan
aannemen van de standjes die langs het parcours staan. Dit leverde toen een
gigantische hongerklop op. De kopgroep van de snelle toer is goed bij te houden
voor de gemiddelde Veteranen 1 rijder en de betere Veteranen 2 alsmede voor de
C2 rijders en de betere C3 rijders. De goede C1 rijders krijgen al dispensatie
om met de echte wedstrijd mee te doen.
Ik
had thuis een paar linnen tasjes omgebouwd zodanig dat er 1 lang hengsel aan
zit. Als je hem om je nek hebt moet de opening ongeveer bij je navel zitten. Ook
dit jaar waren er weer veel valpartijen bij de foerage plaats vanwege foute
plastic tasjes etc. Ik had twee thermoskannen met warme geconcentreerde Extran
(uit de groene blikken) mee. Om de ronde (deze waren ingekort tot 20 kilometer,
al werd er aan het einde openlijk over gesproken dat het wel eens wat minder kon
wezen nl. 18 km.) wat musley reepjes een banaan en een warm flesje Extran per
twee rondes is voldoende om geen hongerklop te krijgen onderweg.
Na de eerste honderd kilometer die in 3:00:17 ging,
ontsnapte een groep van ongeveer 15 schaatsers. Dit zorgde voor een hoop rust in
het peloton. Het ijs was goed. Er zaten door de dooi van zondag nauwelijks
scheuren in. Wel waren er veel stukken waar er 40 cm ijs lag vervolgens één cm
lucht en daarop weer twee cm ijs. Doordat je door deze laag ijs zakte moest je
met twee benen naast elkaar uitrijden tot je weer op vast ijs kwam om vervolgens
weer aanzetten. Gelukkig wordt er tijdens de trainingen van de STG. veel
aangezet dus was het behoorlijk in mijn voordeel. In de vier daaropvolgende
rondes ontsnapte er niemand meer. Op 150 kilometer begon mijn blaas te
protesteren. De techniek begon er duidelijk onder te leiden. Ik had gelukkig een
wedstrijdpak aan waardoor ik zonder al te veel problemen van mijn overtollige
lichaamsvocht afkon. Tijdens de sprint terug naar het peloton werd ik gehaast
door een A-rijder die aan het inrijden was. Dit kwam mij op een boze blik te
staan van een in een auto meerijdend, te vroeg overleden, jurylid. Achteraf, ik
hoorde pas twee dagen later wat er ’s avonds gebeurt was, geeft dat wel een
vreemd gevoel.
In de laatste ronde nog een poging ondernomen om uit het peloton te ontsnappen. Maar zoals mij dit al vaker is overkomen kwam ook nu weer een deel van het peloton op 600 meter voor de finish over mij heen. Vijf kilometer alleen pijnlijden voor niets. De laatste gouden tip. Na de finish wordt je barcode stripje die ingelezen moet worden ingescand. Het is dus niet de bedoeling dat je als eerste over de streep komt, maar dat je als eerste je barcode laat scannen. Na de finish levert dat elk jaar nogal wat verhitte discussies op. De eerste zijn meestal de laatste!! Tot mijn verbazing zag ik op internet dat ik niet, samen met nog heel veel andere schaatsers die hem gewoon hadden uitgereden, in de uitslag voorkwam. Maar na enig puzzelwerk in de uitslag kwam ik tot een eindtijd van 6:11:40 en ongeveer een 40e plaats, waarmee ik uiteraard zeer tevreden was.